De parlementaire enquêtecommissie die onderzocht wat er misging bij de woningcorporaties heeft donderdag haar eindrapport uitgebracht.

‘Ver van huis’. Zo noemde de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties haar eindrapport met de bevindingen uit haar onderzoek naar het corporatiestelsel en wat daar allemaal misging.

De corporaties, die als taak hebben financieel zwakkere mensen te huisvesten, deden wel heel veel dingen die daar niet direct meer mee te maken hebben, veelal onder het wazige mom van ‘leefbaarheid’, maar ook doordat ze financiële risico’s niet meer zagen.

Schandalen bij Vestia

De commissie somt het nog even op: “We zien een stoomschip van een kwart miljard euro, een Maserati als dienstwagen, kolossale grondposities zonder bouwbestemming, aanleg van een tunnelbak, koffers met contanten, het in het kader van de leefbaarheid lenen aan een uitvaartcentrum, adoptie van een aap, een olifantenbeeldenparade, ontwikkeling van koopwoningen in Wallonië, een architect met een honorarium van 14 miljoen euro en een derivatenportefeuille van 23 miljard euro. Woningcorporaties raakten ver van huis”, schrijft de commissie in haar inleiding.

Die derivatenportefeuille had Vestia, de corporatie die zich daarmee volgens de commissie schaarde in de mondiale top van financiële schandalen zoals bij onder meer Enron en Barings Bank.

Zuur voor huurders

Volgens Voorzitter Roland van Vliet van de parlementaire enquêtecommissies is het buitengewoon zuur dat het de huurders zijn die opdraaien voor de kosten van alles wat misging bij de woningcorporaties.

Onafhankelijk Kamerlid Van Vliet (hij stapte eerder uit de PVV) sprak van "een giftige cocktail'' van overambitieuze bestuurders en van corporaties en falend toezicht dat de problemen heeft veroorzaakt. De commissie beveelt aan "de teugels aan te trekken en duidelijke grenzen te stellen".

Volgens Van Vliet zijn er veel verantwoordelijken: de corporatiebestuurders, de toezichthouders en de politiek. Achtereenvolgende bewindspersonen hebben gefaald en er was sprake van "politiek opportunisme".

Commissie prijst corporaties ook

Ondanks haar ontluisterende bevindingen over wat er allemaal misging in de corporatiewereld, prijst de Parlementaire Enquêtecommissie de sector ook om de inzet en de bevlogenheid die ze er zag tijdens werkbezoeken.

Het staat volgens de commissie "buiten kijf dat de woningcorporaties in de afgelopen 20 jaar essentiële bijdragen hebben geleverd aan de sociale huisvesting in Nederland. Zij hebben er mede aan bijgedragen dat van omvangrijke gettovorming en verpauperende woonwijken in Nederland nagenoeg geen sprake is, in tegenstelling tot sommige met Nederland vergelijkbare landen."

De kwaliteit van de Nederlandse sociale woningvooraad is hoog, vindt de commissie. Ons land heeft relatief gezien de grootste sociale huursector van Europa. Ongeveer een derde van de bevolking woont in een corporatiehuis.

11 aanbevelingen

Hieronder de belangrijkste aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie.

  • Corporaties moeten terug naar hun kerntaak: zorgen voor huisvesting voor mensen met weinig inkomen. Dat betekent onder meer: geen commerciële nevenactiviteiten meer. Er moet een complete cultuuromslag komen.
  • Corporaties moeten kleiner worden. Landelijke woningbouwverenigingen moeten terug naar eenheden die actief zijn in één woningmarktgebied.
  • Er moeten strenge eisen komen aan fusies van corporaties.
  • Er moeten grenzen komen aan uitgaven voor leefbaarheid, grondbezit en schaalgrootte.
  • De overheid moet duidelijker regels stellen, gemeenten moeten meer invloed krijgen, de positie van huurders moet versterkt worden.
  • Het Centraal Fonds Volkshuisvesting moet worden omgevormd tot één onafhankelijke Woonautoriteit, die al het toezicht onpartijdig voor zijn rekening neemt.
  • De minister moet commissarissen bij corporaties die niet functioneren, kunnen ontslaan. Het interne toezicht moet worden geprofessionaliseerd. Commissarissen mogen ook maar 8 jaar blijven zitten.
  • Als het helemaal misgaat, moeten corporaties failliet kunnen gaan. Banken en projectontwikkelaars moeten er niet meer van uit kunnen gaan dat ze geen gevaar lopen als ze risicovolle producten aan corporaties aanbieden.
  • De rol van de accountants moet beter worden uitgevoerd.
  • Fraude en zelfverrijking door corporatiebazen moet hard worden aangepakt. Opsporing en vervolging van dit soort praktijken moeten meer prioriteit krijgen.
  • Er moet ook gekeken worden naar en worden geëxperimenteerd met alternatieven voor het huidige stelsel. Het is denkbaar de sociale huisvesting helemaal door de markt te laten organiseren. De overheid zou ervoor kunnen zorgen dat wonen betaalbaar blijft door randvoorwaarden te stellen. Andere mogelijkheden zijn de sociale huisvesting door de overheid te laten organiseren of door de burgers zelf. Volgens de enquêtecommissie zijn dergelijke veranderingen juridisch mogelijk, maar op korte termijn niet realistisch.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl